Met de handen in de klei
Interview met Gerda Steegmans
Kennismaking in een handomdraai
Zodra Gerda Steegmans ons opgewekt binnenlaat in haar historische hoeve in Wellen, zijn fotografe Marleen Daniëls en ikzelf in de ban van haar wonderlijke leefomgeving. De hoofd- en bijgebouwen van de in oorsprong 18de -eeuwse boerderij zijn omgevormd tot een multifunctionele ruimte voor kunst: ontmoetingsplek, tentoonstellingsruimte en atelier. Werkelijk elk hoekje spreekt tot de verbeelding. Overal zien we intrigerende kunst- en natuurobjecten, rariteiten en curiosa.
Het inspirerende decor drijft ons nieuwsgierig van de ene ruimte naar de volgende. Maar we blijven vanzelfsprekend stilstaan bij een intrigerend object op de binnenplaats waarin we een hand herkennen. Het is een studie uit 2006. Gerda vertelt dat haar snel bewegende handen tijdens het werken met de klei op haar overkwamen ‘als een soort autonoom handelende wezens met iets dierlijks, een oerkracht’. Daaruit ontstond een hand als een lopend dier in een landschap, een thematiek die nauw aansluit bij de dingen die haar dierbaar zijn. Ze houdt veel van dieren en laat zich er graag door inspireren. Haar beeldende werk ‘ontstaat vooral uit vormen die ze tegenkomt onderweg in de natuur, wandelend met de hond.’ Ze maakt veel studies of kleine objecten die ze samenbrengt in een compositie en de confrontatie laat aangaan met elkaar en met organische natuurelementen. Zo ontstaan nieuwe landschappen en verhalen.
Gerda Steegmans heeft krachtige, geoefende handen waarmee ze weerbarstige klei kneedt alsof het zachte boter is. De stugge, aardse materie lijkt onder de druk van haar vingers zomaar mee te geven en tot leven te komen. Een fascinerend schouwspel! ‘Ja, ik heb sterke handen’, lacht ze, ‘maar helemaal geen mooie nagels, ik zie soms mensen met mooie nagels en dan steek ik mijn handen snel weg’. Dat lukt vermoedelijk niet zo goed, want we zien haar de hele tijd met haar handen praten. ‘Ja, mijn studenten lachen daar ook om. En mijn broer zegt plagend: ‘Gerda, je moet het niet uitbeelden’.
Grond gebonden
Het maken met de handen, het bezig zijn met materie is voor haar iets dat er altijd was. ‘Je maakt mee, dus je maakt, het is iets dat moet gebeuren. Dat was voor mij altijd zo. Ook nu nog na zoveel jaren’.
Ze heeft het van thuis uit meegekregen, vindt ze. Al komt ze echt niet uit een artistiek nest waar kunstzinnigheid of culturele ambities aangemoedigd werden. Haar ouders waren van boerenafkomst. Toch weet Gerda dat de creativiteit in de genen zat. Zeker van moederskant. Haar moeder en haar tantes waren fijne naaisters. Ze maakten mantels, kledij en hoeden. Er was ook een tante die schilderde. Haar ouders waren zelf niet meer actief in de boerenstiel, maar ze hadden wel veel grond. ‘Ze waren altijd met hun handen bezig. Wij, de kinderen, hielpen mee in de tuin. Het was het liefste wat ik deed. Handen in de grond, hoofd in de lucht, en maar fantaseren!’ (Recent nog organiseerde ze voor het eerst een duotentoonstelling samen met haar zus, de textielkunstenares Jacqueline Steegmans, onder de veelzeggende titel ‘Grond Gebonden’).
Kommetje
Gerda maakt als keramiekkunstenaar autonoom beeldend werk, geen functionele keramiek. Als ze een functioneel object maakt, is dat meestal gelinkt aan nevenactiviteiten die de inspiratie voor haar beeldend werk voeden. Zo maakte ze ooit een afgietsel van haar eigen hand en drukte die af in klei met toevoeging van kleine gaatjes: een handvormig zeefje. Het paste binnen een feestelijke reeks van 49 vergieten (‘7X7 zeven’) die ze op de laatste dag voor haar 50ste verjaardag presenteerde. (‘Je kunt de tijd niet vasthouden’). Later gebruikte ze de gipsen mal van haar hand nog eens opnieuw voor een zwarte serveerhand. Nog een latere hand maakte (als bordje) deel uit van servies dat ze samen met chef Giel Parys ontwierp voor een unieke gastentafel. Een mooie knipoog naar de uitdrukking: uit iemands hand eten.
Handige vragen
Je favoriete handen in het leven?
Gerda Steegmans: ‘Mijn eigen handen. Na de handen van mijn ma en pa. Mijn ma kon enorm goed taarten bakken, ze was creatief en begeesterd, kon ook heel fijn naaien. De roots van mijn beide ouders liggen in het boerenleven. Werken op het veld met de beide handen in de grond. Ik heb dat genetisch materiaal meegekregen. Wat ik met mijn handen vormgeef, daar zitten ook de handen van mijn ouders in.’
Je favoriete handen in de kunst?
Gerda Steegmans: ‘Rodin heeft een aantal heel mooie, sterke handenstudies gemaakt. Ook bij Permeke zijn de handen erg sprekend. Ik denk aan zijn Zaaier, met handen als kolenschoppen. Of aan zijn Aardappelrooister. Picasso’s handen zijn ook op veel manieren boeiend.
Daarnaast nog heel veel schilderijen. Da Vinci’s Mona Lisa, die haar handen in de schoot houdt: rustende handen. De handen van de Piëta, de treurende moeder, die Christus vasthouden. De handen op Michelangelo’s Schepping van de wereld: aanraken en schepping. Dat is zo universeel!’
![Permeke](https://www.hautlesmains.be/wp-content/uploads/2023/09/Permeke-Aardappelrooister-231x300.jpg)
Permeke, Aardappelrooister, 1929, tekening, collectie Vlaamse Gemeenschap
Je best herinnerde filmscène waarin handen voorkomen?
Gerda Steegmans: ‘Ik heb nooit een goed geheugen voor films, maar ik dacht aan de Addams Family. Er zijn verschillende versies van de serie geweest, waarin de hand altijd andere gedaanten aannam. Ik vind dat geweldig, die hand die op zichzelf handelt en een eigen leven leidt. Handen voeren uit normaal. Mijn handen worden gestuurd door mezelf. Dat het anders voorgesteld wordt, vind ik grappig en fascinerend. Er was geen bewuste link met de Addams Family toen ik zelf dat beeld maakte van een hand als een dier, een snel bewegend, autonoom handelend wezen (zie foto's hoger). Maar het loskoppelen van de handen van mijn eigen wil, is wel iets waar ik later nog vaak aan dacht.’
Je favoriete citaat of gezegde waarin handen voorkomen?
Gerda Steegmans: ‘Geen favoriet citaat maar ik moest denken aan een liedje van Frank Boeijen - niet dat ik speciaal fan van hem ben, maar dat stukje tekst vind ik wel goed: ‘Alles wat ik heb zijn twee handen waarmee ik voor jou Iets maken kan’ (zingt het zacht). ‘Alles wat ik heb, is dit' (toont haar handen).'
Je favoriete handgebaar?
Gerda Steegmans: ‘Wuiven, groeten. Tijdens mijn wandelingen groet ik de paardjes. En aaien, een dier aaien, dat doe ik eigenlijk nog veel meer. Honden en katten strelen, ik ben echt een dierenmens.’
Je favoriete handeling (iets wat je met je handen doet)?
Gerda Steegmans: ‘Kneden. Of het nu vlaai maken is of keramiek. Alles wat ik in een oven kan schuiven. Of dat nu een oven is met temperaturen van 220° of 1300°. En natuurlijk alles wat je moet kneden, duwen, vormen, opbouwen met klei. Alles wat ik zelf kan maken, maak ik ook echt met mijn handen.’
De kenmerken van je handschrift?
Gerda Steegmans: ‘Schuin, ook wel slordig en onleesbaar. Een vervelend kenmerk is dat de puntjes altijd overal zweven, ze staan nooit op de i. Wat ik al lang graag doe, is schrijven in alle richtingen of met mijn twee handen tegelijk. Als er een woord of zin bij me opkomt, schrijf ik ze meteen in twee richtingen, in spiegelschrift of ondersteboven, links- of rechtshandig. Ik vind het fijn om met mijn twee handen bezig te zijn. Ik doe dat met klei en ik wil dat met pen en potlood ook doen. Dat is vooral gekomen omdat ik harp en ook een beetje piano ben beginnen spelen. Je gebruikt bij die instrumenten je twee handen, maar de ene hand speelt een heel andere melodielijn dan de andere. Een vorm van coördinatie oefenen. Maar ook een manier om mijn handen anders te gebruiken dan de automatismen die bij de klei vanzelfsprekend geworden zijn. Bij schrijven of instrumenten bespelen, gebruik je je hersenen anders. Hoe schrijf je een r of een b linkshandig ondersteboven en in spiegelschrift? Ik vind dat heel boeiend. Ik denk dat ik linkshandig ben - met klei doe ik automatisch alles linkshandig - maar op school schreef ik altijd met mijn rechterhand. Dat heeft me nooit moeite gekost. Op vergaderingen begin ik soms bewust notities links te schrijven en dan merk ik dat ik het automatisch aandachtiger doe. Dat houdt me erg bezig. Met woorden bezig zijn, schrijven, is een andere manier om een beeld te maken. Het geeft me andere inspiratie voor mijn kleibeelden.’
Het ergste wat je handen ooit is overkomen?
Gerda Steegmans: ‘Gewoon een keer een nagel eruit, door een steen op mijn hand. Daarna – ook als je je nagel terug hebt - blijf je je hand op een bepaalde manier houden om je vinger te beschermen. Dat is er nu na drie jaar wel ongeveer uit.’
Als je je handen mocht wisselen met die van een andere kunstenaar, wie zou dat zijn?
Gerda Steegmans: ‘Dat is heel moeilijk, daar kan ik zelfs niet op antwoorden, het is iets willen wensen dat nooit voor mij bedoeld was. Die verwachting heb ik niet, dat heb ik me dus nooit voorgesteld.’
Welke helden of heldinnen uit de kunstgeschiedenis draag je op handen?
Gerda Steegmans: ‘Ik wou eerst Jeanne d’Arc zeggen. Als beeldhouwer kies ik Camille Claudel. Ze was Rodins muze, maar ze was misschien wel beter dan Rodin. Ze had geestelijke problemen. Die puurheid in het vormgeven, die volledige overgave, dat alles…dat komt daarvan. Dat zijn er al twee, twee vrouwen. Oh, er zijn er zoveel die ik geweldig vind: Picasso, Matisse, maar ook vroeg-Perzische kunst, de eerste oerbeelden – devotiebeeldjes, afgodsbeelden: ze gaven vorm aan wat het belangrijkste was in het leven.’
Iets waaraan je als kunstenaar je handen niet wil vuilmaken?
Gerda Steegmans: ‘Commercie, mezelf verkopen. We hebben wel drang naar erkenning: je maakt iets en je wil graag respons. Maar om dan mensen te willen behagen zodat ze zouden kopen, neen. Je zou willen leven van wat je maakt, maar een handeltje, een winkel, dat wil je niet.’
Wanneer heb je laatst gefietst zonder handen?
Gerda Steegmans: ‘Dat is even geleden, als ik fiets doe ik het wel eens graag, maar ik val gemakkelijk. Het is heel fijn om te doen, je associeert het met vrijheid, iets doen wat niet mag.’
Heb je een gat in je hand?
Gerda Steegmans: ‘Af en toe. Niet altijd. Soms handel ik eerst en denk pas achteraf na, omdat ik heel spontaan ben. Letterlijk heb ik wel dat werkje met een gat in de hand, dat handvormige zeefje. Een kom (een recipiënt) kan alles zijn. Je kunt je handen tot een kom vormen. En het is ooit begonnen met de handen, denk ik, die water of iets anders opscheppen, zonder iets vast te houden. Als je je handen samenhoudt, is er altijd een gat. Het kommetje van je handen is een zeef.’
Ben je wel eens zwaar op de hand?
Gerda Steegmans: ‘Ik denk van mezelf van niet, maar mijn vriend zegt wel eens dat ik zwaar aan iets til, het complexer maak dan het is, of dat ik zware taal gebruik. Blijkbaar ben ik volgens mijn omgeving soms zwaar op de hand, maar ik ben me daar zelf niet van bewust. Ik kan geen voorbeeld geven. Ik weet wel dat ik hard kan piekeren, over dingen als wereldleed.’
Iets waarvoor je een betere handleiding zou wensen?
Gerda Steegmans: ‘Soms denk ik: ik heb een handleiding nodig voor de handleiding. Bij een nieuw toestel of apparaat zou ik een direct-in-gebruikname handleiding willen. Met één eenvoudig beeld: duw nu op die knop daar.’
Houd je nog een vraag of inzicht achter de hand om af te ronden?
Gerda Steegmans: ‘Misschien dit: nu ik zelf een muziekinstrument, de harp, leer bespelen, ben ik nog meer overtuigd dat muziek de hoogste vorm van kunst is, omdat het zo direct kan beroeren. Muziek overstijgt alles. Ik luister nu nog veel aandachtiger en hoor veel beter hoe moeilijk het is om met je twee handen harmonie te maken.’